Beperkte deskundigenopdracht

HERSELT - JULI 2017 - Art 962 Ger. W. bepaalt dat de rechter, ter oplossing van een voor hem gebracht geschil, deskundigen kan gelasten vaststellingen te doen en/of technisch advies te geven. In het kader van de hervormingen binnen justitie werd een bijkomend voorafgaand artikel ingevoerd betreffende de beperkte deskundigenopdracht (art. 875bis Ger. W.).

Sinds de invoering van dit artikel kan een rechter pas een deskundigenonderzoek bevelen wanneer de vordering eerst ontvankelijk is verklaard. Bovendien kan de rechter eveneens de keuze van de onderzoeksmaatregel en de inhoud beperken tot wat volstaat om het geschil op te lossen, rekening houdend met de verhouding van verwachte kosten t.o.v. de inzet van het geschil, met voorkeur voor de meest eenvoudige, snelle en goedkope maatregel.

De beperkte deskundigenopdracht is geboren en wordt al toegepast in de kamers van de rechtbanken die bouwzaken behandelen. Verder blijft de toepassing ervan voorlopig eerder beperkt, naar onze mening echter ten onrechte.

Deze nieuwe beperkte deskundigenopdracht houdt concreet in dat de deskundige een kort verslag maakt (al of niet door de Rechtbank beperkt in pagina’s en kostprijs), dat er geen termijn wordt gelaten voor schriftelijke opmerkingen vanwege de partijen, maar dat de Rechtbank ineens een datum bepaalt waarop de deskundige zijn kort verslag komt toelichten. Bij die gelegenheid hebben partijen de gelegenheid opmerkingen te maken waarvan ter plekke op de zitting PV wordt opgemaakt.

De voordelen zijn duidelijk: het gaat snel, de kostprijs is beperkt, onnodig lange of onnodige deskundigenonderzoeken worden vermeden. Een niet te onderschatten bijkomend voordeel is de aanwezigheid van de behandelende rechter bij de confrontatie van de deskundige met de partijen en hun raadslieden.

Men stelt echter vast dat een aantal partijen de nieuwe redactie van art 875 bis Ger. W. aangrijpen om de aanstelling van een deskundige, al dan niet met beperkte opdracht, te betwisten. Ook dit is volgens ons ten onrechte: proceseconomie was duidelijk één van de overwegingen bij de redactie van de nieuwe regels, maar zuinigheid mag uiteraard het recht op bewijs niet in het gedrang brengen.