De rechtsplegingsvergoeding

Nieuwe tarieven sinds 01.06.2016

AARSCHOT - JUN 2016 - De rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij (artikel 1022 Ger. W.).

In normale omstandigheden wordt door de rechter vaak de basisrechtsplegingsvergoeding toegekend.

Op verzoek van één van de partijen en op speciaal gemotiveerde beslissing,  kan de rechter ofwel de vergoeding verminderen, ofwel die verhogen, zonder de door de Koning voorziene minimum- en maximumbedragen te overschrijden.

Bij zijn beoordeling houdt de rechter rekening met:

-          de financiële draagkracht van de verliezende partij, ter vermindering van het bedrag;

-          de complexiteit van de zaak;

-          de contractueel bepaalde vergoedingen voor de in het gelijk gestelde partij;

-          het kennelijk onredelijk karakter van de situatie.

Indien de in het ongelijk gestelde partij van de tweedelijns juridische bijstand (pro Deo) geniet, wordt de rechtsplegingsvergoeding vastgelegd op het door de Koning vastgelegde minimum, tenzij in geval van een kennelijk onredelijke situatie. De rechter motiveert in het bijzonder zijn beslissing op dat punt.

Wanneer meerdere partijen de rechtsplegingsvergoeding ten laste van dezelfde in het ongelijk gestelde partij genieten, bedraagt het bedrag ervan maximum het dubbel van de maximale rechtsplegingsvergoeding waarop de begunstigde die gerechtigd is om de hoogste vergoeding te eisen aanspraak kan maken. Ze wordt door de rechter tussen de partijen verdeeld.

Geen partij kan boven het bedrag van de rechtsplegingsvergoeding worden aangesproken tot betaling van een vergoeding voor de tussenkomst van de advocaat van een andere partij.

De tarieven van rechtsplegingsvergoeding zijn sinds 01/06/2016 vastgesteld als volgt:

Standaard

Basis
  bedrag

Minimum
  bedrag

Maximum
  Bedrag

tot 250   euro

180 €

90,00 €

360 €

van   250,01 tot 750 €

240 €

150 €

600 €

van   750,01 tot 2.500 €

480 €

240 €

1.200 €

van   2.500,01 tot 5.000 €

780 €

450 €

1.800 €

van   5000,01 tot 10.000 €

1080 €

600 €

2.400 €

van   10.000,01 tot 20.000 €

1.320 €

750 €

3.000 €

van   20.000,01 tot 40.000 €

2.400 €

1.200 €

4.800 €

van   40.000,01 tot 60.000 €

3.000 €

1.200 €

6.000 €

van   60.000,01 tot 100.000 €

3.600 €

1.200 €

7.200 €

van   100.000,01 tot 250.000 €

6.000 €

1.200 €

12.000 €

van 250.000,01    tot 500.000 €

8.400 €

1.200 €

16.800 €

van   500.000,01 tot 1.000.000 €

12.000 €

1.200 €

24.000 €

boven   1.000.000,01 €

18.000. €

1.200 €

36.000 €

 

Voorzitter arbeidsrechtbank

 

 

 

onder   de 2.500 €

43.75 €

31,75 €

551,75 €

boven   de 2.500

87,43

69.43 €

105,43 €

voor   vorderingen die betrekking hebben op niet in geld waardeerbare eisen

43,75 €

31,75 €

55.75 €

boven   de 2500 €

80,15 €

63,65 €

96,65 €

 

Arbeidsrechtbank

 

 

 

tot   249,99 €

43,75 €

31.75 €

55,75 €

van 250   tot 619,99 €

87,43 €

68,43 €

105,43 €

van 620   tot 2500 € en voor vorderingen die betrekking hebben op niet in geld   waardeerbare eisen

131,18 €

107,18 €

155.75 €

boven   de 2500 €

262,37€

226,37 €

298.37,50 €

 

Arbeidshof (Voor zaken bedoeld in artikel 579 en   1017, 2e lid Ger.W.)

 

 

 

tot   249,99 €

58,33 €

46,33 €

70.33 €

van 250   tot 619,99 €€

116,60 €

98,60 €

134.60 €

van 620   tot 2500 € en voor vorderingen die betrekking hebben op niet in geld   waardeerbare eisen

174,94 €

144.94 €

192.94 €

boven   de 2500 €

349.80 €

301,80€

397.80 €