Het nieuwe "Decreet Gemeentewegen" kruist de Vlaamse wegen

 

AARSCHOT  - OKT 19 Op 1 september 2019 is het nieuwe Decreet van 3 mei 2019 houdende de Gemeentewegen in werking getreden. De invoering van dit decreet brengt heel wat nieuwigheden met zich mee:

 

- een uniform statuut voor alle gemeentewegen, onder de bevoegdheid van de gemeenteraad.

De Vlaamse decreetgever heeft met de invoering van het “Decreet Gemeentewegen” een uniform statuut voor alle Vlaamse gemeentewegen willen invoeren.

Met de invoering van dit decreet is daardoor de oude Wet op de Buurtwegen van 10 april 1841 opgeheven. Deze wet en het verouderde toepassingsgebied zorgden de voorbij jaren voor herhaalde discussies tussen overheden en burgers.

Ook de vroegere “buurtwegen” vallen nu onder het uniforme statuut van de “gemeentewegen”, waarvan de bevoegdheid tot het aanleggen, wijzigen, verplaatsen of opheffen volledig bij de lokale gemeenteraad ligt.

 

- gemeentelijke rooilijnplannen en een vergoeding voor waardevermindering of waardervermeerdering.

De gemeenten leggen de ligging en de breedte van de gemeentewegen op hun grondgebied vast in gemeentelijke rooilijnplannen, waarvan de procedure tot opmaak in het nieuwe decreet is omschreven. Hierbij is ook het Rooilijnendecreet uit 2009 niet langer van toepassing.

Tegen het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan kan door elke belanghebbende binnen een termijn van 30 dagen een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering.

De decreetgever voorziet bovendien dat de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg in bepaalde gevallen aanleiding kan geven tot een waardevermindering of waardevermeerdering van de gronden waarop de gemeenteweg gesitueerd is. De vergoeding voor waardevermindering is verschuldigd door de gemeente aan de eigenaar van de grond in kwestie. De vergoeding voor waardevermeerdering is verschuldigd door de eigenaar van de betrokken grond en komt ten goede aan de gemeente. De vergoeding zal in eerste instantie worden vastgelegd door een landmeter-expert, aangesteld door de gemeente.

 

- geen verkrijgende verjaring meer na dertigjarig onbruik

Met het opheffen van de Wet op de Buurtwegen heeft de decreetgever ook een einde gesteld aan de dertigjarige verkrijgende verjaring in het voordeel van de private eigenaar. Onder de Wet op de Buurtwegen konden wegen die gedurende meer dan dertig jaar in onbruik waren geraakt door verkrijgende verjaring tot de private eigendom van de aangelanden gaan behoren.

Het nieuwe decreet bepaalt nu uitdrukkelijk dat gemeentewegen enkel opgeheven kunnen worden door een beslissing van de gemeenteraad en niet langer door dertigjarig onbruik.

Er kan echter worden aangenomen dat de buurtwegen die al voor de inwerkingtreding van de wet door verkrijgende verjaring tot de eigendom van de private eigenaar zijn gaan behoren hun private statuut behouden.

Buurtwegen die sinds minder dan 30 jaar in onbruik zijn, kunnen daarentegen niet langer door verjaring verkregen worden. De decreetgever voorziet in dit geval dat eenieder nu een verzoekschrift kan indienen bij de gemeente waarin gemotiveerd wordt dat een gemeenteweg, of een deel ervan, getroffen is door een dertigjarig niet-gebruik door het publiek. De gemeenteraad kan daarna beslissen tot het opheffen of het openstellen van de kwestieuze weg.

 

- vestiging van een “publiek recht van doorgang”

Daartegen voorziet het nieuwe decreet wel dat grondstroken waarvan met enig middel van recht bewezen wordt dat ze gedurende de voorbije dertig jaar door het publiek werden gebruikt, in aanmerking kunnen komen als gemeenteweg. Onder meer het aanbrengen van een duurzame wegverharding over het geheel of over een substantieel deel van de weg of het aanbrengen van openbare verlichting worden als bezitshandelingen beschouwd. De gemeenteraad kan in dat geval, zowel op eigen initiatief als op verzoek van eenieder, een publiek recht van doorgang vestigen en dit zonder financiële compensatie voor de betrokken eigenaar van de grondstrook. De gemeenteraad kan op basis van het nieuwe decreet het dertigjarig publiek gebruik dus zelf vaststellen, zonder tussenkomst van de Vrederechter. Uiteraard kan er door de betrokken eigenaar wel tijdig een beroep worden ingesteld tegen een dergelijke beslissing.

 

- beheer en handhaving van de gemeentewegen

De decreetgever belast de gemeente verder uitdrukkelijk met het beheer van de gemeentewegen en het vrijwaren van de publieke doorgang over de volledige breedte van de gemeenteweg. Zo voorziet de decreetgever dat de gemeente te allen tijde versperringen of andere belemmeringen die de toegang, het gebruik of het beheer van de gemeenteweg hinderen of verhinderen, kan verwijderen of laten verwijderen, waarbij de kosten kunnen worden teruggevorderd van de aansprakelijke.

Om het beheer van de gemeentewegen toe te laten, heeft de decreetgever bovendien voorzien in een bijkomende handhavingsbevoegdheid. Zo kunnen onder meer GAS-boetes worden opgelegd bij het belemmeren van gemeentewegen.

 

Heeft u vragen of problemen met de toepassing van het nieuwe Decreet Gemeentewegen? Contacteer ons.