Wat te verwachten bij inbreuken op coronamaatregelen?

HERSELT - SEP 2020 De impact van het coronavirus COVID-19 is gigantisch. Om de verspreiding van het virus in te dijken, vaardigde de overheid verschillende maatregelen uit via zogenaamde volmachtbesluiten. Dit artikel beoogt een korte samenvatting te geven van wat u kan verwachten indien u een inbreuk op deze maatregelen zou worden verweten.
 

1. Nieuwe coronamisdrijven

Op 18 maart 2020 verscheen in het Belgisch Staatsblad het ministerieel besluit van diezelfde datum houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken. In dit ministerieel besluit werden vijf clusters van coronamisdrijven onderscheiden:

a) verboden of beperkte opening en toegang;
b) verplichting om een masker of elk ander alternatief in stof te dragen;
c) verboden activiteiten en samenscholingen;
d) verboden verplaatsingen;
e) niet-naleving van de regels inzake social distancing;

2. Trapsgewijze benadering

Uit de omzendbrief COL nr.06/2020 van Procureurs-generaal wordt een zogenaamde trapsgewijze benadering gesteund op het principe van de geleidelijke aanpak naar voren geschoven. Politiediensten wordt opgedragen een omstandig proces-verbaal op te stellen behalve wanneer er sprake is van goede trouw bij de betrokken personen. Bij de vaststelling van een eerste inbreuk wordt bij voorkeur geopteerd voor de buitengerechtelijke afdoeningsmogelijkheid van de minnelijke schikking van €750 voor handelaren, uitbaters en organisatoren van een activiteit, en van €250 voor alle andere overtreders. Dit bedrag kan eventueel worden verhoogd met het bedrag van de vermogensvoordelen die ten gevolge van de niet-naleving van de maatregel zouden zijn verkregen. Politiediensten kunnen een onmiddellijke minnelijke schikking voorstellen voor de gevallen waar er weinig of geen interpretatie mogelijk is. Wanneer er sprake is van recidive -dit is dus na een eerste vaststelling van een inbreuk- wordt overgegaan tot een rechtstreekse dagvaarding.

Volledigheidshalve moet ook worden aangestipt dat een aantal gemeenten opteert voor een bestuurlijke handhaving via de GAS-wetgeving. Wanneer een gemeente ervoor kiest om bepaalde inbreuken op de coronamaatregelen te sanctioneren met een GAS-boete, nam het College van Procureurs-generaal de dwingende richtlijn dat het Openbaar Ministerie geen vervolgingen zal instellen, met uitzondering van de hypothese van samenloop (d.i. wanneer er sprake is van een andere inbreuk die niet met een administratieve sanctie kan worden gesanctioneerd) en van herhaling. In voornoemde gevallen kan de inbreuk enkel strafrechtelijk worden gesanctioneerd.

3. Politierechtbank bevoegd

Indien u toch rechtstreeks gedagvaard wordt, kreeg de politierechtbank de tijdelijke bevoegdheid om kennis te nemen van de inbreuken tegen voormelde COVID-19 maatregelen, in de mate dat deze overtredingen betrekking hebben op een weigering of verzuim zich te gedragen naar de maatregelen bepaald in het volmachtbesluit.

Wanneer sprake is van ondernemingen die goederen of diensten aanbieden aan de consumenten, niet-essentiële ondernemingen en ondernemingen van een cruciale sector of essentiële diensten zoals opgesomd in het ministerieel besluit, zal de werkgever in geval van een inbreuk niet worden vervolgd op grond van het ministerieel besluit, maar krachtens de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 inzake het welzijn van de werknemers, de uitvoeringsbesluiten daarop en het Sociaal wetboek.

Voor inbreuken begaan door particulieren en overige ondernemingen, wordt verwezen naar artikel 187 van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, dat als straf bij niet-naleving van de hogervermelde maatregelen een gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en/of een geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro (te vermeerderen met opdeciemen - thans x 8) bepaalt.

Bedrijven die na het voorwerp te zijn geweest van een eerste vaststelling, nog steeds de verplichting inzake social distance niet respecteren, zullen het voorwerp uitmaken van een sluitingsmaatregel. Een sluiting kan hoe dan ook bij wijze van politiemaatregel door de burgemeester bij hoogdringendheid worden opgelegd indien de openbare orde die vereist.

4. Conclusie:

Deze coronamaatregelen, en vooral de niet-aflatende stroom van wijzigingen en aanpassingen, doen vragen rijzen omtrent hun accuraatheid, en derhalve omtrent hun legitimiteit. Iedereen wordt immers geacht de wet te kennen, maar met elke aanpassing volgt weer een nieuwe discussie omtrent de draagwijdte van de maatregelen en haar toepasbaarheid. Bovendien zal het niet zelden gebeuren dat een inbreuk op een bepaalde maatregel in een bepaalde week strafbaar zal zijn, om elke dagen nadien te worden opgeheven.

Een gedegen onderzoek naar de toepassing van deze maatregelen, en de gevolgen ervan, zijn dan ook onderdeel van een goede verdediging. Aarzel niet om ons kantoor te contacteren voor meer uitleg. Uw advocaat onderzoekt dan tevens de mogelijkheid van een dekking rechtsbijstand voor het voeren van deze verdediging voor de rechtbank.

Steven VAN DE KERKHOF