Dood motard Sam (32) na 9 jaar nog altijd voer voor discussie in rechtbank: “Zijn ouders gaan er onderdoor”

De verzekering van de verantwoordelijke voor de dood van Sam Verduyckt (32) uit Begijnendijk bijna negen jaar geleden is niet van plan de volledige schadevergoeding op zich te nemen. De motorrijder reed te snel en daarom wil verzekeraar AG Insurance van Jeroen M. – die onder invloed was – niet de volle pot betalen, al achtte de politierechter hem in 2018 wel exclusief aansprakelijk voor het ontstaan van het ongeval in Tremelo. Over de schadevergoeding wordt nu al zes jaar gepalaverd in de rechtbank. Voor de nabestaanden een lange lijdensweg.

Jeroen M. (42) uit Tremelo werd in 2018 – twee jaar na het ongeluk op 18 juli 2016 – in de Leuvense politierechtbank voor het ongeval en rijden onder invloed in totaal veroordeeld tot een rijverbod van drie maanden en vijftien dagen en 1.200 euro boete. Hij moest ook opnieuw slagen voor alle proeven van het rijexamen. M., met zijn kinderen op de achterbank, reed die zomerdag omstreeks half zes ‘s avonds op de Baalsebaan en wilde afdraaien naar de Van Espenstraat. Daarbij had hij Sam Verduyckt uit Begijnendijk op zijn Ducati richting Betekom niet opgemerkt. De motard knalde rechts vooraan op de Volkswagen. De schade was niet te overzien. De beklaagde verklaarde op de zitting dat hij verblind werd door de zon, maar dat argument veegde de rechter van tafel omdat een getuige die achter M. reed de motard wél had gezien. “Evenmin kan worden aangenomen dat de beklaagde verschalkt werd in zijn normale verwachtingen, vermits hij de motorrijder perfect had kunnen zien aankomen en had moeten wachten tot deze voorbij was”, luidde de conclusie van de eerste rechter.

Onder invloed?

De verdediging wierp ook op dat Verduyckt onder invloed op zijn motor zou hebben gezeten. De advocaat van M. vroeg daarom een toxicologisch onderzoek maar dat achtte de rechtbank niet nodig. “Er zijn geen elementen in het dossier waaruit blijkt dat het slachtoffer zijn motor niet goed in de hand had of dat hij zwalpte over de rijbaan of dat hij een ander gedrag vertoonde dat wijst op het rijden onder invloed.” Er waren bovendien drie getuigen maar die lieten zich nooit iets ontvallen over de rijstijl van Verduyckt, maar wel over zijn snelheid. En daar zal de rechtbank nu een vette kluif aan hebben, want de vraag is of de overdreven snelheid – hij reed met ongeveer 107 kilometer per uur in plaats 70 – impact heeft gehad op de omvang van de schade.

Met pensioen

Voor de verdediging staat dat als een paal boven water. “Als men had gereden zonder te remmen met 70 kilometer per uur was men het voertuig van M. langs achter gepasseerd”, leidde advocaat Patrick Zonderman af uit deskundigenverslagen. Omdat een eerste deskundige zich nooit van zijn taak kweet en uiteindelijk met pensioen ging, sleepte de zaak enige tijd aan. Daarna wilde de burgerlijke partij niet dat het verslag van de eerste deskundige nog in het dossier bleef, omdat die een expert had ingeschakeld om over de vermijdbaarheid van het ongeluk te oordelen, terwijl de eerste politierechter dat al had gedaan.

De verdediging baseerde zich verder op de conclusie van een arts-deskundige die stelde dat Verduyckt 6 % kans had om te sterven als hij zich aan de snelheid had gehouden. De verdediging wil dan liever ook niet meer bijdragen dan die 6 % in de schadevergoeding. “Elke fout die bijdraagt in de schade moet meespelen in de beoordeling op burgerlijk vlak”, pleitte Zonderman.

“Mijn cliënten zijn door deze jarenlange discussie er zowel op mentaal als fysiek vlak helemaal onderdoor gegaan”, zei Steven Van de Kerkhof, advocaat van de ouders van het slachtoffer. Volgens hem is er een juridisch oordeel en weigert de tegenpartij zich daar naar te schikken. “De eerste rechter stelde dat zijn snelheid niet in oorzakelijk verband stond met de totstandkoming van het ongeval. Men kan daar niet op terugkomen, dan had men beroep moeten aantekenen.” Nog volgens de burgerlijke partij kan men niet bepalen welke impact de snelheid op het ongeval heeft gehad omdat er geen autopsie werd uitgevoerd. Zij verwezen daarbij de ‘6 %-regel’ naar de prullenmand.

Vonnis 6 maart.

Kim Aerts 30-01-25 op HLN.be